Vandaag sprak ik met Grace, onze verloskundige/waarneemster die nu met verlof is in verband met de komst van haar tweede kindje.
We spraken over privé en werk, het liep wat door elkaar heen, dat heb je als je allebei verloskundige én moeder bent.
Ook al zit er een leeftijdsverschil van 20 jaar tussen onze kinderen, ik herkende haar verhaal toen we het hadden over herstel ná de bevalling.
De focus lag en ligt in de verloskunde, toen en nu, vooral op de periode van zwangerschap en geboorte. Dat lijkt logisch, het lijkt (en is misschien ook wel) het meest spannende stuk… Maar toch vraag ik me af of we de periode ná de geboorte niet enorm onderschatten.
Is het herstel na de geboorte niet minstens zo intens, vraagt het niet minstens zoveel energie, is het niet nog véél spannender nu je losgelaten bent in niemandsland waar iedereen ergens iets van vindt en je zelf tot op het bot vermoeid bent, uit elkaar gerukt door allerlei krachten waar je de intensiteit nog niet van kende en waar iedereen heel gezellig wil langskomen om je spruit te bewonderen en jij alleen maar denkt aan slapen, de volgende voeding en het spreekwoordelijke ‘likken van de wonden’ op een rustige plek. Lees: in bed. Met kind. Zonder verhalen, insta, of nóg meer visite die het allemaal zo énig vindt.
Ik weet nog dat ik met mijn eerste dochter de eerste week alleen maar in bed heb gelegen. Ik moest kennismaken, bijkomen, mij verwonderen, herstellen van dát wat ik niet wist ondanks mijn verloskundige job. Ook ik riep: snij het er maar uit! Thuis, in Utrecht. Mijn vriendin zei: hou op An, ik zie al haren….
Oh, okee. Dán lukt het wel dacht ik.
Maar die eerste week. Na 7 dagen zei de kraamverzorgende: hee Anneke, zou je er niet eens uit komen? …. Er uit? Ik was er nog lang niet aan toe om al weer deel te nemen aan het ‘gewone’ leven. Ik heb mij ernstig verwonderd over het feit dat het leven buiten gewoon dóór ging. Hoe was dat mogelijk, álles was immer anders geworden!
Nogal bekeken vanuit mijn enige eigen blikveld ja.
Nu denk ik: wat was het heerlijk zonder telefoon (alleen een vaste, beneden. Een vaste lijn zoals dat heet: gewoon met een draad aan de muur en dus een beperkte reikwijdte) en zonder laptop of ipad waardoor je altijd en overal bereikbaar bent voor ongetwijfeld de allerliefste wensen, berichtjes en harten onder de riem. En natuurlijk is jouw baby de mooiste die je ook écht wel wilt tonen maar …
Wàt heb je eigenlijk nodig?
Ik denk dat je je cocon nodig hebt. Je natuurlijke cocon waar je ongeveer vanaf 36 weken langzaam in glijdt. Het doet me denken aan een vrouw die draagmoeder was voor haar schoonzus. Zij had heel veel ruimte voor de schoonzus, die kwam ook elke keer mee naar het spreekuur, werd overal in betrokken en lachend zei onze cliënte: ik hoef niets meer voor te bereiden want ik heb alles al in huis: het kraampakket!
Tot een week of 36, toen had ik een gesprek met haar, dat het haar teveel werd. Doorpratend over wát er nu precies teveel werd bleek dat zij behoefte had aan haar natuurlijke cocon. Waar de schoonzus niet bij in kon. Niet omdat dat niet mocht maar omdat dat gewoon niet kón. Cliënte voelde heel sterk de (natuurlijke) behoefte om haar cocon te betreden. In rust en stilte de eenheid voelen die weldra een tweeheid zou worden maar die van beiden iets vroeg. De innerlijke voorbereiding diende zich ‘gewoon’ aan in deze ‘ongewone’ situatie. Want het was niet zo dat deze cliënte dit kindje eigenlijk niet wilde afstaan. Haar gezin was compleet. Het was een noodzakelijke voorbereiding, niet als activiteit maar als natuurlijke beweging, op de geboorte.
En ik vraag me nu af: denken wij niet veel te makkelijk over de periode na de geboorte? Hoe zit het met die cocon? Hoe makkelijk wordt die of laten we die (voortijdig) openbreken? Hoe makkelijk mag iedereen maar binnen komen met allerlei ruis, gedoe en herrie? Hoe heilig is die eerste periode eigenlijk nog? Waarin mensen fluisterend een bordje eten meebrengen, een liefdevolle blik in de wieg werpen, vragen of je nog wat nodig hebt en weer weg sluipen?
En in hoeverre durven wij zonder whatsapp, insta en facebook te leven? In hoeverre is het nog mogelijk om ons te beperken tot het verblijf op 1 enkele postzegel. Niet meer en niet minder. Om rustig en stil te kunnen wennen aan de nieuwe situatie: 1 is 2 geworden, een kind én een moeder zijn geboren. Het kind moet wennen en de moeder moet wennen. Alles is anders. Het lichaam, het gezin, de partner, het huis, de omgeving, de héle wereld!
Ik pleit voor een coconperiode van 2 maanden. Grace zei dat ze die periode van 8 weken zéker nodig had om bij te komen. Ik herken het. Lichamelijk ging het vlot maar ik kon het ongelooflijke bijna niet bevatten. Ik had héél veel tijd, rust en ruimte nodig om weer wat buiten mijn eigen postzegel te kunnen kijken. Dus … vrouwen…. Neem héél veel tijd en ruimte om bij te komen. Om te voelen wat er gebeurt, wat er gebeurd ís, om te leren van je kind, om te zien wat het nodig heeft, om rustig te voeden, om te proeven, te voelen, te luisteren, te ruiken wat er wanneer nodig is. Gewoon omdat je niets nodig hebt als je vanuit je cocon durft te leven. Gewoon voor een periode van 2 maanden. Geen bezoek buiten je liefsten, geen telefoon, geen prikkels, alleen tijd en ruimte nemen voor deze nieuwe relatie.